Als je van bij de restanten van het paleis op de Koudenberg via het Old Masters Museum en de Zavelkerk de Regentschapsstraat uitloopt kun je er niet naast kijken: in de verte troont het indrukwekkendste Belgische voorbeeld van architecturale patisserie uit de negentiende eeuw.
Dit intussen al sinds mensenheugenis door monumentale stellingen omgeven gebouw is natuurlijk het Justitiepaleis op het Poelaertplein, dat de naam in herinnering brengt van architect Joseph Poelaert. Waar men vandaag recht spreekt werden in lang vervlogen tijden de veroordeelden opgehangen. Zou het toeval zijn dat het Justitiepaleis zich op de oude Galgenberg bevindt? Er is in ieder geval meer dat de bezoeker naar de late middeleeuwen doet reizen.
Wie in de zaal van de plechtige zittingen van het Hof van Cassatie een wetenschappelijk colloquium of de installatie van een nieuwe magistraat bijwoont ziet niet alleen een ruiterportret van Leopold I, maar ook een monumentaal portret (bijna 7 op 5 meter) van Filips de Goede die er over de goede gang van zaken lijkt te waken. Dit werk van Eugène Victor van Mierlo verscheen hier pas in 1954, alle zeventig jaren ervoor was het oppervlak leeg gebleven en vulde een groen canvas de ruimte. Op de kader onderaan kun je lezen « Conditor Belgii », letterlijk: de stichter van België. Dit citaat van Justus Lipsius is natuurlijk twee bruggen te ver, al is het uiteraard wel zo dat als de Bourgondiërs in de late middeleeuwen de Lage Landen niet bij elkaar hadden gepuzzeld wij in 1830 nooit België hadden kunnen uitvinden. Dat in de tijd van Lipsius (1547-1606) Belgium vaak nog synoniem was met de Nederlanden (dat leg ik omstandig uit in de epiloog van De Bourgondiërs) leek men in de negentiende eeuw helemaal vergeten. Toen gingen historici voornamelijk op zoek naar mogelijke grondvesten voor België. En in dat kraam paste de idee van Filips de Goede als « conditor Belgii » natuurlijk perfect. Het is wel opmerkelijk dat deze letterlijke interpretatie van Lipsius’ woorden in de jaren vijftig nog altijd haar weg vond naar het Hof van Cassatie.
Het kan niet op want in de zaal Braffort, op de eerste verdieping, zetel van de Tuchtraad van de Orde van Advocaten, prijkt nog het volgende schilderij, voorzien van een welluidende titel: « Filips de Goede ontvangt de ambassadeurs van Oosterse vorsten », alweer een imposant werk waarop je ziet wat de titel suggereert. Op de achtergrond zie je duidelijk een schilderij dat het bezoek van de Drie Koningen aan de pasgeboren Jezus verbeeldt. De handtekening van schilder Willem Geets staat in spiegelschrift. Dat komt simpelweg omdat dit het karton is van een wandtapijt dat zich dan weer in de Belgische senaat bevindt. In het labyrintische gebouw van Joseph Poelaert zou een verdwaalde bezoeker hoe dan ook twee keer op de beeltenis van de groothertog van het westen kunnen stuiten.