vind
hier hoe Bourgondisch uw streek
is?
In het register van Stoute Schoenen kunt u meteen zien of uw eigen stad of dorp Bourgondisch is geladen, maar er is meer. Dankzij onderstaand (in principe eindeloos aan te vullen) abecedarium, een alfabetische lijst van locaties die geen plaats vonden in het boek, kunt u nog verder reizen. Wilt u weten waar voormalig burgemeester Piet Buyse een speech van Jan zonder Vrees dunnetjes overdeed? Ga dan naar het lemma Dendermonde. Zin om het Rijksmuseum, het Louvre of andere musea door een Bourgondische bril te bekijken? Om nog extra plekken in Gent, Parijs, Brugge of het oude hertogdom zelf te vinden? Of begeef u naar het lemma over het klooster van Brou, de stenen erfenis van Margaretha van Oostenrijk. Maar ook Duitsland, Oostenrijk of Spanje wachten op u.
Het leek me een goed idee om in een aantal topmusea – van het Louvre in Parijs, via het Groeningemuseum in Brugge, tot het Rijks in Amsterdam – een reeks van Bourgondische kunstwerken of aan die periode gelieerde objecten uit te lichten.
De eerste keer dat Bourgondië in Luxemburg zijn neus aan het venster stak was toen Antoon (broer van Jan zonder Vrees) in 1409 trouwde met Elisabeth van Görlitz, die toen in het hertogdom de scepter zwaaide.
Je moet je Autun op het einde van de middeleeuwen voorstellen als een dubbele entiteit: je had het religieuze centrum (rond de kathedraal) en het commerciële hart van de stad (de Marchaux-wijk, vandaag op een kwartiertje wandelen van de kathedraal).
Als het klooster van Brou zich niet in een uithoek van Frankrijk bevond, maar pakweg in of nabij Parijs, dan zou het ongetwijfeld een van de meeste bezochte monumenten van het land zijn.
ls je dan toch voor Van der Paele naar het Groeningemuseum gaat mag je natuurlijk niet het portret van Margaretha van Eyck vergeten. Als je dicht genoeg staat, kun je proberen om onderaan rechts de woorden op het kader te ontcijferen: « Als ich can ».
In dit eeuwenoude hospitaal – opgericht rond 1150 – heeft men sinds enkele decennia een museum ondergebracht. Je leert er over de ziekenzorg uit vervlogen tijden, maar tegelijk hangen hier een aantal niet te missen meesterwerken van Hans Memling.
Bij het bestuderen van het werk van onze grote middeleeuwse meesters stuiten we op het onderscheid tussen ambacht en kunst, tenminste als we met eenentwintigste-eeuwse ogen kijken.
Van de Grote Markt is het een half uur stappen: via de Sint-Katalijnekerk, Vismet en de groene Schuitenkaai tot aan het kanaal van Brussel. Zo bereik je de site van Tour & Taxis, vandaag goed voor een park en een gerestaureerd industrieel complex dat een nieuwe bestemming kreeg.
Het zenuwcentrum van waaruit dit hele Europese (post)netwerk werd bestuurd was het Brusselse hof van Thurn en Tassis, recht tegenover het zuidelijke portaal van de Zavelkerk, op de kruising van de Regentschapsstraat en de Kleine Zavel, niet ver van het huidige Koninklijk Muziekconservatorium.
Het Jubelparkmuseum herbergt een aantal schatten die onze tijdreis enige kleur kunnen geven, en waarvan ik er een handvol uitlicht, snel samengevat: wandtapijten, retabels en een laatgotisch interieur.
Als je van bij de restanten van het paleis op de Koudenberg via het Old Masters Museum en de Zavelkerk de Regentschapsstraat uitloopt kun je er niet naast kijken: in de verte troont het indrukwekkendste Belgische voorbeeld van architecturale patisserie uit de negentiende eeuw.
Vanaf de Koudenberg ben je er zo, en nadien kun je in één trek door ook naar de Zavelkerk, Justitiepaleis en Hallepoort, in ieder geval is het Old Masters Museum een absolute must als je topwerken van groter formaat uit de Bourgondische periode wil zien.
Naast Hoogstraten zelf en Mechelen, moet je voor de architecturale erfenis van Antoon I van Hoogstraten (van Lalaing) ook Brussel aandoen. Zijn imposante Brusselse hof verrees pal naast het paleis op de Koudenberg, in de schaduw van de Aula Magna van Filips de Goede.
De hier bewaarde praalwieg mag dan wel beschadigd zijn, je kunt de blazoenen van de Bourgondiërs en die van de Habsburgers nog goed onderscheiden. De door een liefdesknoop verbonden dubbele M verwijst naar Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk.
Het is hier dat Karel V zich na zijn troonsafstand terugtrok en de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Enerzijds is er het klooster, anderzijds de woonvertrekken van de man die zowel koning van Spanje als keizer van het Heilige Roomse Rijk was
Van 1480 tot 1496 was Jean Carondelet kanselier van het hele Bourgondische rijk, zeg maar de tweede man naast respectievelijk Maria van Bourgondië, Maximiliaan van Oostenrijk en Filips de Schone.
La Charité is gekend om zijn Onze-Lieve-Vrouwekerk, het machtige overblijfsel van een priorij die deel uitmaakte van het grote netwerk van de abdij van Cluny, maar wel niet zomaar eentje: deze priorij behoorde tot de « vijf oudste dochters van Cluny ».
Dit is wat je stilaan een uithoek van het Bourgondische rijk mag noemen, bijna twee uur autorijden van zowel Nevers als Dijon, zowat even zuidelijk gelegen als Cluny en Mâcon.
« Welkom in de Bourgondische stad Dendermonde ». Burgemeester Piet Buyse, zelf historicus, weet waar hij het over heeft. Stel hem één vraag en de stadsgeschiedenis rolt er in één geut uit. Hij zit in zijn kantoor in het stadhuis, boven de vroegere Lakenhalle.
Dit kasteel brandde af tijdens de godsdiensttwisten in 1584, en werd vervolgens heropgebouwd. Het kreeg het ook zwaar te verduren tijdens W.O.I, maar werd als ruïne grondig gerestaureerd. Sommige delen van muren en torens klimmen nog op tot eind vijftiende eeuw, het tijdperk waar de gemotiveerde lezer van Stoute schoenen best naartoe wil.
In het oude graafschap Nevers, vandaag grosso modo het departement Nièvre, ligt het rustige dorpje Druy-Parigny. Ergens bij de rand van een van de talrijke bossen die zich samen met weilanden over de hellingen uitstrekken begon ik in de zomer van 2015 aan de research voor De Bourgondiërs.
Toen Filips de Goede in 1449 een zoutbelasting wilde opleggen, weigerde Gent en dat leidde tot een opstand die vier jaar duurde. Na een aantal veldslagen werd dit conflict definitief beslecht in de slag bij Gavere. Een van de militaire leiders aan Bourgondische zijde was Lodewijk van Gruuthuuse, de man van het beroemde Brugse stadspaleis.
Uiteraard komt u hier voor het Lam Gods, maar neem vervolgens toch even de tijd om het koor te betreden. Daar hangen sinds november 1445 zevenendertig wapenborden (vermoedelijk geschilderd door Hue de Boulogne) die herinneren aan het zevende kapittel van de Orde van het Gulden Vlies.
Na de dood van Maria van Bourgondië werd Maximiliaan van Oostenrijk de sterke man in onze gewesten. Dat liep allesbehalve van een leien dakje. Zijn wrijving met voornamelijk de Vlaamse steden zou tot een grootschalige opstand leiden die hij uiteindelijk de kop kon indrukken.
Vanaf 1501 verrees op de plek van de belangrijkste moskee van Granada – de Moren waren nog maar definitief verdwenen sinds 1492 – een monumentale kathedraal. De bouw was een project van zeer lange adem, in die mate dat de moskee nog geruime tijd als katholieke kerk werd gebruikt.
Antoon I van Lalaing (1480-1540), eerste graaf van Hoogstraten, was niet alleen een van de belangrijkste edellieden van zijn tijd – vliesridder, kamerheer van Filips de Schone, stadhouder van Holland en Zeeland, tijdelijk landvoogd van de Nederlanden
Wil je het mausoleum van Maximiliaan van Oostenrijk aanschouwen dan moet je naar Innsbruck, waar centraal in de Hofkerk de tombe troont met het beeld van de knielende keizer, vervaardigd door de in Mechelen geboren Alexander Colyn.
Tussen Kleef en Xanten ligt het kleine hanzestadje Kalkar. Tijdreizigers die de moeite nemen naar Gelre te reizen, zouden het zich beklagen om er niet even halt te houden. Voor het stadhuis staat een eeuwenoude lindeboom.
Om het verhaal van Kleef te vertellen moet je eerst naar Vlaanderen, en wel naar de broer van Gerard I Flamens, de eerste graaf van Gelre. Die moest in 1020 niet als enige het Vlaamse graafschap verlaten, zijn broer Rutger vergezelde hem noodgedwongen.
In een zijkapel van deze neogotische kerk bewaart men het praalgraf van Jacob van Lichtervelde (†1432), raadsheer van zowel Filips de Stoute, Jan zonder Vrees als Filips de Goede, die het o.a. schopte tot opperbaljuw van Vlaanderen.
Maastricht was sinds 1204 een tweeherige stad, wat erop neerkwam dat ze bestuurd werd door zowel de hertog van Brabant als de prinsbisschop van Luik. Dit bestuurlijk en rechterlijk kluwen zou duren tot 1794.
Van het oorspronkelijke Hof van Hoogstraten (ook van Lalaing genoemd) blijft enkel nog de vleugel met toren en kapel over, fraaie restanten van een groter paleis dat hier verrees vanaf 1517 onder instigatie van Antoon I van Hoogstraten.
Dat Jan zonder Vrees op 19 september 1419 het leven liet op de brug van Montereau – « te Monstrueel doot geslaegen wert » – zal intussen wel genoegzaam bekend zijn. Maar wist u dat de brug er nog altijd ligt?
Deze stad valt strikt genomen net buiten de Bourgondische bezittingen, maar bevindt zich op drie kwartier rijden van Nevers, slechts een dik half uur van Decize, en valt kortom perfect te combineren met een trip door het graafschap van Nevers.
Het kasteel van Oricourt is een van die plekken die het sprookjesachtig ridderlijke dat we soms op de middeleeuwen projecteren combineert met de aanwezigheid van een van de hoofdrolspelers van ons Bourgondische verhaal.
Toen zowat driekwart eeuw na de lijkstoet van haar betovergrootvader Filips de Stoute ook Maria van Bourgondië de Edelareberg beklom – ze was op weg naar Oudenaarde voor haar Blijde Intrede – vond op de top van de heuvel een eerste ceremonie plaats.
De ruïnes van de abdij van Orval herbergen de restanten van het praalgraf van Wenceslas van Luxemburg en Bohemen, de tweede man van Johanna van Brabant; haar eerste man, Willem IV van Holland had het leven gelaten in Stavoren tijdens een slag met de Friezen.
Al voor het jaar 1000 was hier een koninklijk jachtterrein. Koning Lodewijk VII – die in 1137 met Eleanora van Aquitanië trouwde, dewelke zeventien jaar later met de Engelse koning huwde, verbintenis die de eerste verre kiem voor de Honderdjarige Oorlog vormde – liet er een kleine residentie optrekken.
Het onlangs gerestaureerde en heringerichte Nationaal Museum voor de Middeleeuwen bevindt zich in het centrum van Parijs, op een boogscheut van de Sorbonne en het Panthéon. Het is gevestigd in een stadspaleis dat in de tweede helft van de vijftiende eeuw werd opgetrokken, in opdracht van de toenmalige abten van Cluny die hier logeerden als ze in de hoofdstad waren.
Ik zal niet licht vergeten dat ik op de sluitingsdag van het Louvre samen met de conservator beeldhouwkunst Sophie Jugie door de eindeloze gangen en zalen van het Louvre trok; even snel langs de afgebakende lijnen die normaal gezien horden toeristen tergend traag naar de Mona Lisa brengen, maar verder vooral op zoek naar Bourgondische schatten.
Als jongste zoon van de Franse koning Jan de Goede werd Filips de Stoute geboren op 17 januari 1342 in het kasteel van Pontoise. Vanaf 1100 gebouwd op de Mont-Bélien, de helling die het historische hart vormt van Pontoise, was het ooit een van de geliefde verblijven van Filips-Augustus en Lodewijk de Heilige.
Zoals in de Gelderse tijdreis beschreven staken de Brabanders in 1388 hier de Maas over, en drongen ze zo Gelre binnen. Deze slag bij Niftrik (het eerste dorpje aan de overkant van de Maas) heet in het Frans la bataille de Ravenstein – geschiedenis is altijd een kwestie van gezichtspunt.
Na de Bourgondische tocht in de sporen van de lijkkist van Filips de Stoute is het geen slecht idee je naar het Palais des Beaux-Arts te begeven, al was het maar omdat de zalen gewijd aan de middeleeuwen in 2022 helemaal werden herdacht en dat het resultaat gezien mag worden.
Even voorbij het Hospice Comtesse, aan de overkant van de rue de la Monnaie, leidt een steegje naar de achterkant van de Notre-Dame-de-la-Treille, de nooit helemaal afgewerkte Rijselse kathedraal die in de negentiende eeuw de afgebroken Sint-Pieterskerk moest vervangen.
Jan van Kleef-Ravenstein was een bastaardzoon van Adolf van Kleef-Ravenstein, de eigenaar van het kasteel van Wijnendale die erbij was toen Maria van Bourgondië van haar paard viel. Zijn zoon Jan nam de heerlijkheid Wijnendale van hem over.
Gunstig gelegen aan de Schelde, tegenover de monding van de Rupel, kan Rupelmonde terugblikken op haar oude geschiedenis. Alle schepen die naar Lier, Brussel, Mechelen of Gent wilden moest hier tol betalen aan de Vlaamse graaf, die sinds de twaalfde eeuw op deze plek een kasteel hadden waar de keuren en charters van Vlaanderen werden bewaard.
Zo’n zes kilometer lopen van het kasteel van Germolles, en zo’n vijftien kilometer van de kathedraal van Chalon-sur-Saône vind je de restanten van een bisschoppelijke residentie van Jean Rolin, zoon van Nicolas Rolin, kanselier van Filips de Goede, die eerst bisschop van Chalon werd, vervolgens van Autun.
Op 70 km van Nevers, 100 km van Beaune en 130 km van Dijon, in een uithoek van het departement Nièvre, op de rand van het oude graafschap Nevers, in het midden van nergens eigenlijk, ligt het onbekende dorpje Ternant, goed voor niet eens tweehonderd inwoners. Maar juist hier hangen twee even unieke als vergeten Brabantse retabels uit de vijftiende eeuw.
Links van de kathedraal gelegen, herbergt het Musée Saint-Loup een kleine schat die geen enkele Bourgondische tijdreiziger wil missen. Het betreft een schilderij van Jacob Jordaens, gemaakt naar een ontwerp van niemand minder dan Rubens, dat het huwelijk van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk verbeeldt.
In de zogeheten Weltliche Schatzkammer van het museum bewaart men een aantal originele onderdelen van de Schat van het Gulden Vlies
Het leven van de volstrekt vergeten Hervé de Mériadec leest als een roman. Om zijn bestaan enigszins te benaderen kan het een idee zijn de Sint-Medarduskerk van Wervik te bezoeken. Sinds zijn dood in 1478 kun je er de graftombe van deze schildknaap van Filips de Goede aanschouwen, zij het vandaag in erg geschonden staat.
Om de oudste bekende voorvader van Johan Maelwael op het spoor te komen, moeten we de Duitse grens over, naar Xanten, ongeveer vijftig kilometer paardrijden van Nijmegen. We begeven ons Ad Sancti, nabij de heiligen, meer bepaald Sint-Viktor, die in de derde eeuw onder aanvoering van Sint-Mauritius vanuit Thebe in Noord-Afrika naar Europa kwamen.
De Walburgiskerk is een van de bekendste kerken van Nederland. De romaanse kapittelkerk dateert oorspronkelijk uit de elfde eeuw, maar zou dankzij de talrijke aanpassingen en uitbreidingen uit de volgende eeuwen uitgroeien tot een van de fraaiste voorbeelden van de Nederrijnse gotiek.