ABC

Épinac (Bourgondië)

Kanselier Nicolas Rolin associëren we met de hospices de Beaune of met zijn stadspaleis in Autun, eventueel met zijn herenhuis in Dijon (nu het gebouw van de Archives Départementales), maar in totaal bezat de man ontelbare huizen en zelfs meer dan vijftig versterkte kastelen, wat hem op het niveau bracht van de allergrootste feodale prinsen.

Hij mocht dan wel een van de rijkste en invloedrijkste mensen van zijn tijd zijn, dat hij geen lid van de oude adel was zou altijd als een kiezel in zijn schoen blijven zitten. Ook al werd hij uiteindelijk door Filips de Goede in de adelstand verheven, hij zou zijn ganse leven alles in het werk stellen om het gebrek aan authentiek blauw bloed te compenseren met fraai, fraaier, fraaist vastgoed. De meeste van die kastelen zijn intussen verdwenen, maar ongeveer halverwege tussen Autun en Beaune vind je nog altijd de grote burcht van Épinac, die hij in 1430 kocht van vliesridder Pierre de Bauffremont toen die financieel in slechte papieren zat.

Het is een beetje zoeken om een aangenaam uitzicht te vinden op dit kasteel dat vandaag in privé-handen is, maar tussen de bomen zie ik plots de toren oprijzen die Rolin zelf nog gevoelig liet verhogen en die als inrijpoort fungeerde. Ondanks de neogotische restauratie krijg je een beeld van hoe het geweest moet zijn. Onder het dak zie je de machicoulis of mezekooien vanwaar men de aanstormende vijand kon trakteren op brandende pek of stenen. Aan de andere zijde troont een iets loggere donjon.

Of hij nu vanuit Autun naar Dijon of Beaune reisde, in beide gevallen kon Rollin altijd in Épinac op adem komen. Tegelijk was het ook een ideale plek om in alle rust hoogwaardigheidsbekleders te ontvangen. Dit kasteel boezemde automatisch respect en bewondering in. En daar was het hem natuurlijk om te doen.