Wil je het mausoleum van Maximiliaan van Oostenrijk aanschouwen dan moet je naar Innsbruck, waar centraal in de Hofkerk de tombe troont met het beeld van de knielende keizer, vervaardigd door de in Mechelen geboren Alexander Colyn.
Maximiliaan had in 1502 zelf opdracht gegeven tot dit monument, waarbij hij zich graag veertig levensgrote beelden had ingebeeld. Die beslissing zou het ensemble in de Hofkerk zijn originaliteit verlenen. Het was de bedoeling om het geheel onder te brengen in de hofkapel van zijn geboorteslot in Wiener Neustadt, maar toen de keizer stierf was het lang niet klaar. Uiteindelijk lukte het om achtentwintig beelden af te werken, bronzen sculpturen die een dodenwake rond het graf houden.
Kleinzoon Ferdinand I liet het mausoleum uiteindelijk naar Innsbruck overbrengen, de stad die Maximiliaan had gekozen als centrum van zijn rijk. Het zorgde er merkwaardig genoeg voor dat je hier voor een imposant, maar leeg graf staat, prachtig versierd met marmeren reliëfs die het leven van Maximiliaan uitbeelden – zo kreeg uiteraard zijn huwelijk met Maria van Bourgondië een plekje. In de duidelijk door de renaissance geïnspireerde beeldenreeks herkennen we o.a. Filips de Goede, Karel de Stoute, Maria van Bourgondië en Johanna de Waanzinnige: het werk van meerdere ontwerpers, beeldsnijders en gieters, een megalomaan groepsproject gelanceerd door één enkele keizer dat pas in 1584 de afwerking bereikte die wij kennen.
Niet ver van de hofkerk tref je op het hoofdplein het zogeheten Gouden Dak, een pronkerker uit de jaren 1500 die Maximiliaan met meer dan 2500 vergulde dakpannen liet versieren en van waar hij met de juiste waardigheid de riddertoernooien op het plein kon aanschouwen.