De ruïnes van de abdij van Orval herbergen de restanten van het praalgraf van Wenceslas van Luxemburg en Bohemen, de tweede man van Johanna van Brabant; haar eerste man, Willem IV van Holland had het leven gelaten in Stavoren tijdens een slag met de Friezen.
Twee keer leidde het tot een kinderloos huwelijk, en zodoende tot de overvang van Brabant in Bourgondische handen (eerst nog een zijtak, later Filips de Goede). Wenceslas, die de reputatie van een dronkeman had, was de zoon van de legendarische Jan de Blinde, graaf van Luxemburg en koning van Bohemen, die het leven liet tijdens de slag bij Crécy (1346). Hoe hij zich zo goed als blind staande had weten te houden op het slagveld blijft een mysterie – hij zou vastgebonden op zijn paard het slagveld zijn opgestormd, overeind gehouden met kettingen die door twee van zijn ridders werden vastgehouden, en die hem riepen waar hij moest slaan. Men zou nog lang over dit ideaal van onverholen dapperheid praten en schrijven.
Het kan interessant zijn te weten dat deze Jan de Blinde de grootvader was van Filips de Stoute langs moeders kant (Bonne van Luxemburg), en dat zijn heldhaftige bloed bijgevolg door de aderen van alle hertogen stroomde.
Wie meer wil weten over de slag bij Crécy kan naar Crécy-en-Ponthieu (Somme, Frankrijk), waar een klein museum zich buigt over de herinnering aan de voor de Franse legendarische nederlaag tegen de Engelsen in 1346, slag waarbij de vader van Lodewijk van Male stierf, en hij dus de nieuwe graaf van Vlaanderen werd.