ABC

Parijs, Louvre

Ik zal niet licht vergeten dat ik op de sluitingsdag van het Louvre samen met de conservator beeldhouwkunst Sophie Jugie door de eindeloze gangen en zalen van het Louvre trok; even snel langs de afgebakende lijnen die normaal gezien horden toeristen tergend traag naar de Mona Lisa brengen, maar verder vooral op zoek naar Bourgondische schatten.

Die zijn talrijk, dus selecteerde ik een top twaalf, goed voor een originele tocht door het Louvre.

Waarom niet beginnen met de gedeeltelijk blootgelegde muren van het oude Louvre, die enerzijds opklimmen tot Filips-Augustus (12e eeuw), anderzijds tot Karel V (vanaf 1360), de broer van Filips de Stoute. Hier een steen aanraken is het begin van een tijdreis. Bij die muren van weleer worden ook de resten van de ceremoniehelm (alsook een replica die de glans van weleer uitstraalt) van de schizofrene Karel VI tentoongesteld.

Beeldhouwkunst (Richelieu, zaal 210)

  1. In Dijon hebben ze natuurlijk de bij de lezer intussen welbekende praalgraven, in de Antwerpse kathedraal vind je dat van Isabella van Bourbon, in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk die van Isabella’s echtgenoot en dochter Karel de Stoute en Maria van Bourgondië, het klooster van Brou bezit dan weer de stenen pracht waarmee Margaretha van Oostenrijk de eeuwigheid trotseert, maar ook het Louvre heeft op dit vlak een topstuk: dat van Filips Pot, de man die zich op de aan Chateauneuf en Rochepot gewijde bladzijden als Bourgondische held en verrader openbaarde. Opmerkelijk zijn de bijna levensgrote pleurants die zijn gisant torsen, een groot verschil met de kleine, maar o zo fijne beelden die Sluter en Van de Werve voor Champmol maakte.
  2. Klaas van de Werve, Maagd met kind. Vergelijk met de andere aanwezige beelden en stel vast dat Sluters neef een godenkind was.
  3. Hetzelfde kan worden gezegd van Le Moiturier, waarvan je in Semur-en-Auxois een van de mooiste grafleggingen ter wereld kunt zien – de engel (ca.1490) uit het Louvre maakte daar ooit deel van uit. Dit ene detail is deze reis door het Louvre al waard.
  4. Tot slot tref je nog altijd in zaal 210 de aangrijpende gisant van Anne van Bourgogne, de dochter van Jan zonder Vrees die trouwde met Jan van Bedford, vanaf eind 1422 de eigenlijke Engelse heerser in Parijs, als regent voor babykoning Hendrik VI. Het marmeren beeld werd besteld door broer Filips de Goede, met wie ze erg close was, en bevond zich eeuwenlang in de verdwenen Parijse abdij van de Celestijnen, op de basiliek van Saint-Denis na ooit de belangrijkste koninklijke necropool van Frankrijk. Het gebouw bevond zich op de plek waar vandaag de staf van de Republikeinse Garde huist, niet ver van de place de la Bastille.

Schilderkunst

  1. Vervolgens is het niet meer dan logisch om op zoek te gaan naar de vader van de vermelde broers Karel V en Filips de Stoute, enfin naar het portret van Jan de Goede, het oudst bewaarde sinds de oudheid, dat niet zomaar de zalen met middeleeuwse schilderkunst opent (Richelieu, zaal 835).
  2. Dan leidt de weg automatisch naar de sterren van Champmol, in de eerste plaats Johan Maelwael (hier Malouel geheten) uit Nijmegen, maar ook Henri Bellechose uit Breda: van de Grote ronde piëta over de Man van Smarten tot Het Retabel van de Heilige Dennis (zie het einde van het Gelre-hoofdstuk om dieper in de materie te duiken).
  3. Vervolgens kom je bij de Vlaamse Primitieven, met Jan van Eyck en zijn onvermijdelijke (pas gerestaureerde) De Madonna met kanselier Rolin – zoals ik eerder in het boek suggereerde denkt u nu aan een parking in Autun – en niet ver daarvandaan een wonderschone Annunciatie van Rogier van der Weyden, de officieuze opvolger van Van Eyck aan het hof van Filips de Goede.
  4. Amper twee meter verder hangt het portret van Filips’ vijand Karel VII, de man die de opdracht gaf om zijn vader Jan zonder Vrees te vermoorden op de brug van Montereau – een meesterwerk van Jean Fouquet. Voor de befaamde minnares van deze koning, Agnès Sorel, moet je naar Antwerpen (KMSKA), waar na de heropening Fouquets Madonna omringd met serafijnen en cherubijnen een ereplaats heeft gekregen.

Wandtapijten en objecten

  1. De spectaculaire wandtapijten van Bernard van Orley krijgen in het Louvre terecht een hele zaal. Hier heten ze De Jachten van Maximilien (Richelieu, zaal 507) al blijft het veel logischer om ze De Jachten van Karel V te noemen – die discussie lijkt nog niet gesloten. Allerlei soorten jacht (hert, valk, ever) komen doorheen de maanden van het jaar aan bod. Ga zeker op zoek naar De maand Maart waar je een innemend panorama krijgt geserveerd, vanuit het woud zie je het paleis van de Koudenberg, het Brusselse stadhuis én de torens van Sint-Goedele, alle achter duidelijk zichtbare stadsmuren. Links zie je zelfs een van de torens van het paleis van Nassau. Het paard waarop Karel V (?) zit, maar ook de vogels in de boom rechts vooraan of het fraaie houten huis in de tuinen van de Koudenberg: alles is tot in de kleinste details uitgewerkt. Dit wandtapijt biedt een unieke doorkijk naar het Brussel van de jaren 1520-30, met dank aan schilder en ontwerper Bernard van Orley en de ploeg van wevers Jan en Willem Dermoyen. Elders in de zaal, op De maand Februari, verschijnt het paleis op de Koudenberg van de andere kant, ongeveer vanop het huidige Koningsplein, met de Aula Magna van Filips de Goede centraal gelegen. Zo is de Koudenbergcirkel rond, met dank aan Van Orley.
  2. In zaal 505 tref je een exemplaar van de Wandtapijten van Sint-Anatolius (begin zestiende eeuw vervaardigd in Brugge) uit Salins, het stadje van de bekende zoutmijnen in de Franche-Comté. Het verbeeldt hoe het levensbelangrijke zoutwater dankzij de tussenkomst van de heilige weer begint te stromen.
  3. Zaal 512 bevat een medaille met het portret van Karel de Stoute als ook eentje met zijn achterkleinzoon Karel. Meer spectaculair is de zogeheten schaal van Karel de Vijfde (verguld zilver, zaal 527) die de inname van Tunis verbeeldt door de troepen van keizer Karel in 1535. In Antwerpen gemaakt door Peeter de Weent rond 1558.
  4. Tot slot een van mijn lievelingsobjecten uit het Louvre (zaal 504): het betreft een gouden ring van Jan zonder Vrees, althans is hij versierd met het duidelijk herkenbare portret van de hertog, luxueus gesneden in agaat en smaragd, bekleed met een robijn en vervaardigd rond 1410.