ABC

Wenen, Kunsthistorisches Museum

In de zogeheten Weltliche Schatzkammer van het museum bewaart men een aantal originele onderdelen van de Schat van het Gulden Vlies

Vijf hoogtepunten:

  1. Hofbeker van Filips de Goede (ca.1453-1467), uit elegant geslepen bergkristal en bekroond met een gouden montering: dit luxe-object geeft een idee van wat de blinkende pracht die uitgingen van Bourgondische banketten. Helaas zijn er maar weinig van zulke voorwerpen bewaard gebleven.
  2. Een schitterend antipendium uit de jaren 1430, naar een vermoedelijk ontwerp van Robert van Campin, bekleedde tijdens de kapittels van het Gulden Vlies de voorkant van het altaar. Verder ook een kazuifel en een Maria-mantel. Stap voor stap komen de bijeenkomsten van de ridderorde hier tot leven.
  3. Het eedkruis (1401-02) waarop de leden hun gelofte zwoeren, rijkelijk versierd met edelstenen. Ooit nog het bezit van Jan van Berry, daarna in handen van zijn achterneef Filips de Goede, die het Bourgondische wapenschild en een van zijn symbolen (de dubbele e) op de sokkel liet graveren.
  4. Eenhoornzwaard, vervaardigd door Gerard Loyet (ca. 1470, die ook de fameuze in Luik bewaarde reliekhouder maakte). Via de nalatenschap van Karel de Stoute kwam het in het bezit van Maximiliaan van Oostenrijk. Uiteraard bestond de schede niet uit de hoorn van een eenhoorn, maar werd het gesneden uit de slagtand van een narwal.
  5. Ordeketen van het Gulden Vlies van de tweede helft vijftiende eeuw, wellicht de oudst bewaarde ketting van de orde.
    Verder vind je in het museum nog dienstmessen die behoorden tot de ‘uitzet’ van Filips de Goede, uit zilver en kristal opgetrokken lepels en opschepvorken uit de Bourgondische Nederlanden (15e eeuw), een dolk en een zwaard van Filips de Schone (ca. 1490). Tot slot nog enkele schilderijen die de moeite zijn: de portretten van Maria van Bourgondië (toegeschreven aan Niklas Reiser) en die van Karel de Stoute en Filips de Schone, beide van de hand van Rubens. En natuurlijk het familieportret van Bernhard Strigel (Maximiliaan en Maria van Bourgondië met hun kinderen en kleinkinderen, ca. 1515).