Om de oudste bekende voorvader van Johan Maelwael op het spoor te komen, moeten we de Duitse grens over, naar Xanten, ongeveer vijftig kilometer paardrijden van Nijmegen. We begeven ons Ad Sancti, nabij de heiligen, meer bepaald Sint-Viktor, die in de derde eeuw onder aanvoering van Sint-Mauritius vanuit Thebe in Noord-Afrika naar Europa kwamen.
Sint-Mauritius geraakte niet verder dan Sankt Moritz, Sint-Viktor belandde in de Romeinse legerplaats Xanten. Hij werd er in 287 onthoofd, en schopte het tot naamgever van het belangrijke Victorstift – een stift is een seculier kapittel dat bij een bepaalde kerk hoorde, in dit geval de indrukwekkende dom van Xanten. Zo komen we de grootvader van Johan Maelwael op het spoor. Deze Willem Maelwael werkte als bodellus of burse voor deze stift, wat betekende dat hij oorkondes en andere waardepapieren rondbracht in daartoe bestemde bodebussen. Interessant voor de schilderkunstige dimensie van de Gelderse tijdreis: Willems zoon Herman, de oom van Johan Maelwael, beschilderde bodebussen, dat weten we. Zou het kunnen dat in drie generatie deze stappen werden gezet: van bode naar het heraldisch beschilderen van o.a. de vaderlijke bodebussen naar vervolgens het voldragen kunstenaarschap van Johan Maelwael en diens neefjes Van Lymborch?
Xanten is ook de geboorteplaats van Siegfried van de Nederlanden, de held van het Nibelungenlied. Dat brengt ons dan weer bij de oude Bourgondische koning Gundahar. Diens mislukte invasie in 435 van Gallia Belgica, en het bloedvergieten dat hiermee gepaard ging, leverden de wereldliteratuur het Nibelungenlied op. Een millennium later zouden de Bourgondische hertogen een groot deel van het latere België binnenhalen en derhalve een oude koningsdroom realiseren.